Opereren bij endeldarmkanker niet altijd nodig door inzet nieuw bestralingsapparaat
Delen:
Drie patiënten van het Antoni van Leeuwenhoek hebben als eersten in Nederland een behandeling met het nieuwe bestralingsapparaat ‘Papillon’ ondergaan. Een bepaalde groep patiënten met endeldarmkanker kan door behandeling met dit apparaat een operatie bespaard blijven en dus ook de negatieve gevolgen hiervan zoals een stoma. Het Antoni van Leeuwenhoek is het eerste ziekenhuis in Nederland dat de Papillon voor dit doeleinde inzet.
Bij kleinere endeldarmtumoren die niet uitgezaaid zijn is bestraling met de Papillon een goed alternatief voor opereren. Het is een uitkomst voor oudere mensen die vanwege een zwakke gezondheid of comorbiditeit geen grote operatie of narcose kunnen verdragen. Bovendien kunnen door deze bestraling meer patiënten in aanmerkingen komen voor de ‘wait and see’ behandeling, waarbij verdere behandeling achterwege kan blijven, of pas ingezet wordt als de tumor groeit. Hierdoor kan een ingrijpende operatie en een eventuele stoma vermeden worden. Deze techniek van oppervlakkige contactbestraling bestaat al langer in Europa, maar is nu ook beschikbaar in Nederland.
Chemoradiotherapie
Ruim 4300 mensen kregen in 2016 de diagnose rectumcarcinoom, oftewel kanker aan de endeldarm. Veel patiënten met dit type kanker worden doorgaans eerst behandeld met bestraling of chemoradiotherapie (een combinatie van bestraling met chemotherapie) voordat zij een operatie krijgen om de tumor te verwijderen. Door deze voorbehandeling verdwijnt bij 20% van de patiënten de tumor volledig. Bij 10-20% van de patiënten blijft er een klein restje tumorweefsel achter en moet de patiënt alsnog een operatie ondergaan. Dit heeft gezondheidsrisico’s en kans op bijwerkingen tot gevolg. Zo krijgen patiënten na een dergelijke operatie altijd een tijdelijke stoma en heeft 25% zelfs een definitief stoma nodig. Door dit restje tumorweefsel met de Papillon te bestralen is een operatie niet langer nodig. Doorgaans zijn drie bestralingssessies van 1 minuut voldoende om het tumorweefsel volledig te laten verdwijnen. Door de oppervlakkige toediening van de bestraling zijn er nauwelijks bijwerkingen voor de patiënt.
Trend
Baukelien van Triest, radiotherapeut-oncoloog bij het Antoni van Leeuwenhoek: ‘Behandeling met de Papillon past goed in de trend van niet-invasief en orgaansparend behandelen. Dit biedt perspectief voor (oudere) patiënten in Nederland die nu niet meer geholpen kunnen worden omdat zij een operatie niet kunnen verdragen.’
Papillon
De behandeling met de Papillon is een vorm van oppervlakkige radiotherapie. Het apparaat is al voor de tweede wereldoorlog ontwikkeld. Er was toen een tekort aan radium in Duitsland waardoor oppervlakkige röntgenfoto’s werden gebruikt om baarmoederhalskanker te behandelen. Dit gaf inspiratie om niet opereerbare endeldarmtumoren hiermee te behandelen. Professor Papillon, een Franse radiotherapeut uit Lyon, verbeterde de techniek voor klinisch gebruik eind jaren ’40. De moderne versie van het apparaat is naar hem vernoemd. Sindsdien zijn wereldwijd al duizenden mensen hiermee bestraald. Het apparaat is ook inzetbaar voor intra-operatieve bestraling van bijvoorbeeld borsttumoren of bij oppervlakkige huidtumoren.