Introductie
Bij kankerpatiënten zijn somberheid, vermoeidheid en angst voor terugkeer van kanker de drie meest voorkomende klachten waarvoor psychologische behandeling geïndiceerd is. Niet alleen komen deze klachten vaak samen voor, ook kunnen deze klachten elkaar versterken. In principe zijn deze klachten goed behandelbaar met psychologische interventies. Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat cognitieve gedragstherapie leidt tot een afname van symptomen (somberheid, vermoeidheid en angst voor terugkeer van kanker). Er bestaat echter een kloof tussen onderzoek en de klinische praktijk. In de klinische praktijk proberen therapeuten namelijk zoveel mogelijk zorg op maat te leveren. Dit wordt echter niet op een systematische manier gedaan. Aan de andere kant zijn de effectieve interventies die vanuit onderzoek naar voren komen, sterk geprotocolleerd, is de effectiviteit gebaseerd op groepsgemiddelden en zijn de interventies niet toegespitst op individuele patiëntkenmerken en zorgbehoeften. Deze interventies richten zich op 'de gemiddelde patiënt', welke nooit in de spreekkamer zit, omdat hij/zij niet bestaat. De interventies zoals die in een gerandomiseerde, gecontroleerde studie (randomized controlled trial, RCT) volgens protocol worden toegepast zijn daarom niet vergelijkbaar met de toepassing in de dagelijkse praktijk. Daarnaast hebben interventies in onderzoek vaak te lijden onder een rekruteringsprobleem, hoge drop-out aantallen, en kleine tot matige effectgroottes.
Doel studie
Bovengenoemde problemen worden waarschijnlijk, in ieder geval deels, verklaard door een gebrek aan zorg op maat. Evidence-based behandelingen waarin zorg op maat geboden wordt, lijken dus de oplossing. Er klinkt dan ook een steeds luidere roep om het personaliseren van psychologische zorg, maar er is nog geen onderzoek gedaan waarin systematisch gepersonaliseerde behandeling vergeleken is met niet-gepersonaliseerde, geprotocolleerde behandeling. Omdat één enkele maatregel onvoldoende zal zijn om daadwerkelijk tot gepersonaliseerde zorg te komen en aan te tonen dat deze effectiever is dan standaard behandeling, is een pakket aan maatregelen nodig, waarmee we systematisch psychologische behandeling personaliseren.
Vraagstelling/ hypotheses
We verwachten dat de gepersonaliseerde psychologische behandeling effectiever en efficiënter is, minder belastend voor patiënten, met een lagere dropout dan de standaard, niet-gepersonaliseerde behandeling.
(Klinische) relevantie
De uitkomsten van dit onderzoek zullen, indien gepersonaliseerde psychologische behandeling effectiever bevonden wordt dan standaard, niet-gepersonaliseerde psychologische behandeling, leiden tot betere en preciezere behandeling van somberheid, vermoeidheid en angst voor terugkeer van kanker bij patiënten na kanker.
Translatie/ implementatie
Indien de gepersonaliseerde interventie effectief wordt bevonden, is de volgende stap om de kosteneffectiviteit te toetsen. Dit is nodig om de behandeling op te kunnen nemen in zorgstandaarden en richtlijnen. In samenwerking met zorgverleners, therapeuten en zorgverzekeraars zal dan de interventie worden geïmplementeerd.