Cognitieve functie met betrekking tot spraakproblemen bij hoofd-halskanker voorafgaand aan de behandeling

<-- Home Kennishub

Dit is de eerste studie die spraakfunctie en neurocognitieve functie voorafgaand aan de behandeling in dezelfde groep patiënten rapporteert, en de invloed van alcoholverslaving op neurocognitieve stoornis voorafgaand aan de behandeling in de hoofd-halskankerpopulatie onderzoekt

Introductie

Spraakfunctie en neurocognitieve functie zijn belangrijke domeinen van onderzoek bij hoofd-halskanker. Onderzoek heeft aangetoond dat spraakproblemen en neurocognitieve problemen voorafgaand aan de behandeling al aanwezig kunnen zijn. Hoewel het bewijs voor spraakproblemen voorafgaand aan de behandeling duidelijk is, is er minder bekend over de neurocognitieve functie. Een studie toonde aan dat ongeveer de helft van de patiënten voorafgaand aan de behandeling al neurocognitieve stoornissen toonde. Het is echter onduidelijk wat de invloed van alcoholverslaving op deze stoornissen was. Neurocognitieve en spraakafwijkingen voorafgaand aan de behandeling in deze populatie kunnen verschillende verklaringen hebben. Tot op heden heeft geen studie gerapporteerd over spraakfunctie en neurocognitieve functie voorafgaand aan de behandeling in dezelfde groep patiënten. Deze studie maakt gebruik van data van de NET-QUBIC studie, een landelijke multicenter cohort studie bij patiënten met hoofd-halskanker. Meer informatie over NET-QUBIC is terug te vinden in deze jaarindex en op www.kubusproject.nl.

Doel studie

De huidige studie richt zich op beurocognitieve functie en spraak voorafgaand aan de behandeling met de volgende doelen: (1) Het documenteren van cognitieve functie voorafgaand aan de behandeling, zowel objectief gemeten als door zelfrapport, bij patiënten met hoofd-halskanker door middel van een grote steekproef en een multi-centrumopzet. (2) Het identificeren van demografische (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau), ziekteverwante (tumor locatie, tumor stadium) kenmerken en gedragskenmerken (alcoholmisbruik) die verband houden met lage neurocognitieve functie bij patiënten met hoofd-halskanker. (3) De relatie kenmerken tussen neurocognitieve functie en subjectief ervaren spraakfunctie voorafgaande aan de behandeling van hoofd-halskankerpatiënten.

Vraagstelling/ hypotheses

(1) Wat zijn de demografische, ziekteverwante eigenschappen en gedragseigenschappen die verband houden met de lage cognitieve functie bij patiënten met hoofd-halskanker? (2) Wat is de invloed van alcoholgebruik op neurocognitieve functie voorafgaand aan de behandeling bij deze populatie? (3) Wat is de relatie tussen de neurocognitieve functie en de eigen beleving van spraakfunctie voorafgaand aan de behandeling bij deze populatie?

(Klinische) relevantie

Inzicht krijgen in verslechtering in neurocognitieve functie voorafgaand aan de behandeling, ook met betrekking tot spraakproblemen, is belangrijk voor het begrijpen van behandelingsgerelateerde veranderingen. Vorige onderzoeken naar de verslechtering van neurocognitieve functie door kankertherapie zijn bekritiseerd vanwege het gebrek aan data die vergaard is voorafgaand aan de behandeling. Het huidige onderzoek kan belangrijk zijn voor toekomstige onderzoeken naar de relatieve impact van neurocognitieve en spraakstoornissen op de levenskwaliteit van de patiënten.

Translatie/ implementatie

-