Introductie

Door de ouder wordende populatie en de verbeterde uitkomsten van kankerbehandelingen, stijgt zowel het aantal patiënten met kanker als het aantal overlevenden van kanker aanzienlijk. Hierdoor krijgt efficiëntere vormgeving van de zorg, gedeelde besluitvorming en persoonsgerichte kankerzorg steeds meer prioriteit. Toonaangevende gezondheidszorginstellingen, patiënten en zorgprofessionals geven daarbij aan dat een grotere rol voor de eerste lijn in de kankerzorg wenselijk is. Echter, richtlijnen voor de invulling van die rol en een inschatting van de consequenties van een dergelijke rolverschuiving ontbreken. Om de rol van de eerste lijn bij de begeleiding van patiënten met kanker tijdens behandeling vorm te geven en het effect van die rolverschuiving te evalueren is de GRIP studie gestart.

Doel studie

Het evalueren van de effecten van gestructureerde begeleiding voor patiënten met kanker door de eerste lijn gedurende de behandeling.

Vraagstelling/ hypotheses

Wat is het effect van gestructureerde begeleiding van patiënten met kanker (borst-, dikke darm-, long-of gynaecologische kanker of melanoom), vanaf de diagnose en tijdens de behandeling, door de huisarts in samenwerking met een eerstelijns oncologieverpleegkundige, op tevredenheid van zorg en zorggebruik?

(Klinische) relevantie

Door de GRIP structuur worden patiënten met kanker tijdens behandeling begeleid in een voor hen vertrouwde omgeving, door een zorgverlener met wie veelal een langdurige relatie bestaat. Dit past in het kader van persoonsgerichte zorg. Tevens bevordert de structuur continuïteit van eerstelijnszorg en de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn.

Translatie/ implementatie

De GRIP studie beoogt een blauwdruk voor integrale zorg te leveren, inclusief de te verwachten effecten, voor vormgeving van toekomstige zorgpaden voor patiënten met kanker.