Keuzebewustzijn van oncologen: een analyse van bepalende factoren voor het kiezen van medisch relevante behandelmogelijkheden door oncologen

<-- Home Kennishub

Als oncologen expliciet maken dat er verschillende behandelmogelijkheden zijn, helpt dit patiënten zich bewust te worden dat er sprake is van een keuze, waarbij hun voorkeuren van belang zijn. Maar ervaren oncologen zelf bij voorkeursgevoelige beslissingen wel dat er keuzeruimte bestaat wat betreft de behandeling?

Introductie

Bij beslissingen over de behandeling van kanker moeten vaak afwegingen worden gemaakt tussen voor- en nadelen van behandeling, zoals verlaging van de sterftekans versus betere kwaliteit van leven. Patiënten kunnen onderling sterk verschillen in hoe zij deze afwegingen maken. Dit type beslissing wordt ook voorkeursgevoelige beslissing genoemd. Hierbij is het noodzakelijk om rekening te houden met de voorkeuren van individuele patiënten. Onderzoek laat zien dat oncologiepatiënten vaak nog onvoldoende worden betrokken in de besluitvorming. Oncologen geven vaak niet uitdrukkelijk aan dat er een keuze gemaakt moet worden waarbij de mening van de patiënt belangrijk is. Ook bieden ze niet altijd alle mogelijkheden aan (inclusief afzien van (aanvullende) behandeling) die relevant kunnen zijn. Kennis over alle relevante mogelijkheden is echter cruciaal voor patiënten om daadwerkelijk te kunnen meebeslissen. Het is vooralsnog onduidelijk hoe oncologen de mogelijkheden selecteren die zij met patiënten bespreken in het consult.

Doel studie

Wij willen inzicht krijgen in de wijze waarop oncologen vóór het consult beslissen welke behandelmogelijkheden zij aan de patiënt voorleggen. Omdat behandelrichtlijnen de oncologische zorg sterk sturen willen wij ons daarvoor allereerst verdiepen in de wijze waarop aanbevelingen in richtlijnen zijn verwoord. Wij willen inzicht krijgen in hoeverre de aanbevelingen met betrekking tot voorkeursgevoelige beslissingen expliciet adviseren om meerdere mogelijkheden en de patiëntvoorkeuren met de patiënt te bespreken. Ook willen wij antwoord krijgen op de vraag hoe oncologen beslissen welke mogelijkheden zij wel en niet willen bespreken met de patiënt, welke bronnen zij daarvoor gebruiken en welke mogelijkheden zij daadwerkelijk aan de patiënt voorleggen.

Vraagstelling/ hypotheses

1 In welke mate identificeren behandelrichtlijnen voorkeursgevoelige beslissingen en omschrijven deze als zodanig? 2 Hoe bepalen oncologen welke behandelmogelijkheden zij aan de patiënt willen voorleggen in het consult? 3 Welke aspecten van de richtlijnen en van het selectieproces van oncologen van voor te leggen mogelijkheden faciliteren of hinderen het proces van gedeelde besluitvorming, wanneer er op basis van de literatuur sprake is van een voorkeursgevoelige beslissing; bieden deze aspecten een uitgangspunt voor interventies om gedeelde besluitvorming te bevorderen?

(Klinische) relevantie

Onderzoek laat zien dat oncologen vaak niet meer dan één mogelijkheid aanbieden wanneer een voorkeursgevoelige beslissing over behandeling moet worden genomen. Ook vragen oncologen weinig naar voorkeuren van patiënten. Inzicht in de wijze waarop oncologen mogelijkheden selecteren, zal aanknopingspunten bieden om oncologen bewuster te maken van voorkeursgevoelige behandelbeslissingen. Dit zal oncologen en patiënten helpen om tot de beste keuze te komen en daarmee de kwaliteit van leven van patiënten te bevorderen.

Translatie/ implementatie

De inzichten die zullen resulteren uit dit project moeten leiden tot aanbevelingen voor interventies die eraan bijdragen dat oncologen beter alle relevante behandelmogelijkheden herkennen en samen met de patiënt bespreken. Wij zullen onze aanbevelingen met stakeholders bespreken om overeenstemming te bereiken over de voorgestelde interventiemogelijkheden en om aanvullende ideeën te inventariseren. De interventies kunnen zich bijvoorbeeld richten op de herformulering van behandelrichtlijnen, de systematische integratie van patiëntvoorkeuren in MDO’s, of vaardigheidstrainingen voor oncologen.